Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Ziet, Ik zal [57]de Meden tegen hen verwekken, [58]die het zilver niet zullen achten, en aan het goud zullen zij geen lust hebben. 57. Dat is, der Meden heirleger, onder het bevel van Cyrus, den koning der Perzen en Meden. Hebreeuws, Madai. Zie de aantekening Gen.10:2. 58. Of, die op geen zilver denken of passen zullen. Hij wil zeggen dat de Meden zo bloeddorstig over de Babyloniers zullen zijn, dat zij geen geld noch rantsoen tot verschoning nemen zullen, hoe groot het ook zou mogen wezen; maar zij zullen der Babyloniers bloed of leven zoeken. Zie boven vs.12.